Voer. Mand. Speeltje. Korting.rondsnuffelen

Grote Zwitserse Sennenhond

Grote, robuuste, beweeglijke hond van een Zwarte grondkleur met helder roest-bruine en witte aftekening. Harmonisch en fraai van bouw en kleuren. Een opgeruimd, moedig en trouw karakter. Geschikt voor waak-, gebruiks-, gezelschaps- Β¬en trekhond.
Een ruim en regelmatig gangwerk, getuigend van uithoudingsvermogen, zowel in stap als in draf. Schofthoogte Voor reuen 65-72 cm. en voor teven 60-68 cm.

De geschiedenis
De geschiedenis van de fok van de grootste der vier Sennenhondenrassen begon in 1908 op een hondententoonstelling in Langenthal. Daar bracht Franz Schertenleib een grote kortharige Sennenhond voor, Hello v. Schlossgut. De keurmeester, prof. Heim, herkende in hem de vroegere inheemse boeren- en slagershond en gaf hem de naam Grote Zwitserse Sennenhond.
Schertenleib ontdekte nog een paar Grote Zwitsers, waaronder twee teven, en maakte hiermede het begin van de fok mogelijk.

Het is een hond die een nauw contact met zijn baas nodig heeft om zijn goede eigenschappen te ontwikkelen. Hij is over het algemeen rustig, oplettend en gemakkelijk in de omgang, als hij tenminste van klein af consequent opgevoed wordt. Men kan hem dan overal mee naar toe nemen: wandelingen, boodschappen doen, met vakantie enz. Als kennelhond is hij beslist niet geschikt, als gezinshond des te meer. Zijn indrukwekkende uiterlijk en zijn diepe stemgeluid maken hem tot een goede waakhond, die niet agressief hoort te zijn. Wie een snel correct werkende hond wenst moet geen Grote Zwitser kiezen. Wie een met plezier werkende hond wenst kan met zijn Grote Zwitser aan vrijwel alle takken van hondensport deelnemen. Hoewel het in Nederland wettelijk niet is toegestaan, is de Grote Zwitser bij uitstek geschikt als trekhond.

In de jaren ’39-’45 werd hij in het Zwitserse leger als trek- en lastdier ingezet en overtrof wat prestaties betreft andere grote hondenrassen verre. In Zwitserland, waar deze honden onder stringente voorwaarden tot op heden nog regelmatig gebruikt worden om de melk van de boerderij naar de kaasmakerij te brengen, organiseert de Grote Zwitser Club sinds 1933 jaarlijks trekhondenwedstrijden.

Met een Grote Zwitser kan goed gewerkt worden, zij het dat men een paar eigenschappen zal moeten accepteren. Het is geen harde hond; wie probeert met geweld de hond tot goede prestaties te krijgen komt bedrogen uit. Met liefde en een gezonde mate van autoriteit kan men echter veel bereiken.

Naast een bepaalde mate van kracht en uithoudingsvermogen komt het hierbij ook op behendigheid aan en op een goed samenspel tussen baas en hond.
Bij de aanschaf van een Grote Zwitser zal men zich goed moeten realiseren dat het een hond van formaat is, die in huis flink wat ruimte nodig heeft. Een tuin is natuurlijk ideaal maar is voor het geluk van de hond niet noodzakelijk, mits hij minimaal een uur per dag de gelegenheid krijgt flink uit te rennen en hij in huis voldoende bewegingsvrijheid heeft.