Voer. Mand. Speeltje. Korting.rondsnuffelen

8 tot 12 weken: de omgevingsgerichte socialisatiefase

Tussen de zevende en achtste week is de tijd aangebroken dat de pup het nest gaat verlaten.

De pup komt in een volgende ontwikkelingsfase: de omgevingsgerichte socialisatie.

Vanuit de basis die gelegd is in de nestperiode, moet de pup nu wennen aan indrukken uit de wereld buiten het nest.

De openheid die de pups in de primaire socialisatiefase hebben, neemt in de zevende week af. De pups worden terughoudender, afwachtender. Ze hebben eerder geleerd wie hun soortgenoten zijn en wie niet.

Nu wordt het tijd de wereld te gaan ontdekken. En omdat die vol met potentiële gevaren zit, heeft de natuur ervoor gezorgd dat de jonge honden net iets meer remmingen krijgen.

Dit betekent absoluut niet dat de pups nu angstig zullen zijn, maar wel dat ze vele positieve ervaringen moeten opdoen met alles wat ze in onze mensenmaatschappij kunnen meemaken.

Waar moet u zoal aan denken bij ‘alles’ wat een hond in onze maatschappij zou kunnen meemaken? Allereerst: zoveel mogelijk verschillende mensen. Mannen, vrouwen en kinderen van alle leeftijden, etnische achtergrond, uiterlijk etc.

Denk ook aan ouderen met rollators, mensen in een rolstoel, mannen met baard of snor, en vrouwen met zonnebril of grote hoed.

Een te brede kennismaking bestaat niet!

Speciale nadruk moet in deze periode ook gegeven worden aan de socialisatie met kinderen.

Kinderen bewegen en gedragen zich heel anders dan volwassen. Bovendien kan hun gedrag aanzienlijk verschillen per leeftijd: denk bijvoorbeeld aan kruipende kleuters of spelende, rennende en gillende kinderen.

Het belang van een goede socialisatie ten opzichte van kinderen kan niet genoeg benadrukt worden.

Naast mensen, moet de hond ook uitgebreid kennismaken met allerlei andere honden. Ook hier geldt weer: zoveel mogelijk variëteit in uiterlijk, leeftijd en gedrag.

Een pup kan alleen leren zich sociaalvaardig te gedragen door dat van andere honden te leren. Naast positieve ervaringen, hoort daar echter ook af en toe een snauw en een grauw van een volwassen hond bij.

De pup moet leren respect en de juiste onderdanigheidssignalen te tonen.

Natuurlijk moet de hond ook kennis nemen van andere dieren. In huis kunnen dat andere huisdieren zijn, maar ook buitenshuis kunt u dieren tegenkomen: vee in een wei, katten, vogels, konijnen etc.

Met uw andere huisdieren kunt een enige interactie toestaan, maar van de overige dieren buiten, moet uw pup leren deze te negeren.

Ze horen bij de wereld, maar zijn geen speelmaatje, of nog erger: prooi.

Laatste belangrijke onderdeel van de socialisatie bestaat uit zoveel mogelijk omgevingen, situaties en geluiden.

Denk hierbij bijvoorbeeld aan autorijden, strand, bos en verharde wegen, water, verkeer, winkelcentrum, plaatsen waar veel mensen komen en plaatsen waar je slechts af en toe iemand ziet.

Parkjes met veel honden, een hondenschool, kinderspeelplaats of schoolplein, dierenarts en trimsalon. Het is eigenlijk te veel om op te noemen en ook hier geldt: variatie.

Uit onderzoek is gebleken dat pups in deze omgevingsgerichte socialisatiefase enorm snel kunnen leren. Bovendien zijn de ervaringen uit deze periode voor een groot deel bepalend voor het latere gedrag.

Benadrukt moet dan ook worden, dat de aangeboden ervaringen zo positief mogelijk moeten zijn.

Stel u eens voor dat bijvoorbeeld de eerste indruk van verkeer, een negatieve is? Dat kan een levenslang nadelige invloed hebben.

Bied uw pup dus heel veel ervaringen, maar zorg er zoveel mogelijk voor dat deze positief verlopen.

Overvoer uw pup niet. Begin eerst op een afstand van een verkeersweg. Reageert uw pup eigenlijk niet op het lawaai, gaat u dichterbij.

Is hij onder de indruk, blijft u rustig staan tot hij meer gewend is. Rond het geheel op positieve voet af; morgen is er weer een dag.