Voer. Mand. Speeltje. Korting.rondsnuffelen

Kinderen en Honden

Vertederend toch? Kinderen en honden kunnen elkaars beste vrienden zijn.

En inmiddels zijn er ook wetenschappelijke aanwijzingen dat het hebben van en zorgen voor een huisdier heel goed is voor de ontwikkeling van een kind.

Maar… kinderen zijn ook vaak het slachtoffer van hondenbeten.

Van de personen die in het ziekenhuis worden opgenomen vanwege hondenbeet is 43% jonger dan 10 jaar.

Kinderen zijn vaak zo dol op honden, dat ze precies die dingen doen die een hond niet echt prettig vindt.

Plotseling aaien, om zijn nek hangen, aan zijn staart trekken, speeltjes afpakken: allemaal leuke bezigheden voor een ondernemende dreumes, die echter door de meeste honden niet bijzonder op prijs worden gesteld.

Een hond die dan (volstrekt logisch) waarschuwend gromt, wordt door het kind niet begrepen.

Een kind kan zichzelf niet in veiligheid stellen en bovendien is een kind heel erg kwetsbaar; zijn hoofdje zit precies ter hoogte van een hondenbek, dus als de hond onverhoopt toch bijt, is het meestal goed raak.

Kinderen moeten leren dat een hond (of welk ander dier dan ook) géén speelgoed is. Met een paar regels voor een goede omgang tussen kind en hond kunnen ze toch veel plezier aan elkaar beleven.

Bert is een grote zwarte herder. Hij ligt op de grond te slapen. Sonja, het vierjarige dochtertje van de buurvrouw, is dol op dieren en heeft thuis een poes. Sonja kruipt naar Bert toe om hem te aaien. De hond wordt in zijn slaap overvallen, hij schrikt en gromt.

Sonja gaat rustig door met aaien van de hond, Bert gromt steeds harder. Als de eigenaar van Bert naar hen toeloopt kijkt Sonja hem aan en zegt stralend: “Hij spint!”.

Kinderen en de eigen hond

Zorg dat de hond het kind leuk vindt. Kinderen moeten met honden leren omgaan, maar honden moeten ook leren dat een kind in huis (bijvoorbeeld een pasgeboren baby) alleen maar een hele leuke aanwinst is.

Als de hond stelselmatig wordt buitengesloten wanneer de baby wordt gevoed, of op zijn kop krijgt als hij aan het kind snuffelt, zal hij het fenomeen ‘kind' al snel gaan associëren met rottigheid.

Honden kunnen best leren dat kinderen leuk zijn.

Niet doen

  • De hond wegsturen als het kind aandacht krijgt.
  • Op de hond mopperen als hij interesse toont in een kind.
  • De hond pas leren op zijn plaats (bench, mand) te blijven als het kind als in huis is.

Wel doen

  • Geef de hond aandacht of lekkers in het bijzijn van het kind.
  • De hond verband laten leggen tussen ‘kind' en ‘leuk', door hem bijvoorbeeld elke keer iets lekker te geven als u gaat voeden of verschonen, of door hem mee uit te nemen met de kinderwagen.
  • De hond al tijdens de zwangerschap een eigen veilige plek geven, en rustig leren daar op commando naar toe te gaan en te blijven, liefst met een lekker botje.

Leer het kind om de hond te respecteren

Honden leven al jarenlang samen met mensen, maar hun gedrag wordt voor een deel bepaald door oerinstincten.

Eten en een veilige ligplaats zijn zó belangrijk om te overleven, dat een hond alles op alles zal zetten om deze te krijgen en te houden.

Kinderen hebben hier geen enkel benul van, en stoppen soms gezellig hun hoofd in de voerbak om ‘mee te eten met Benno', of kruipen in zijn mand om hem welterusten te wensen.

Gelukkig zijn er heel veel honden die zich hier niets van aantrekken, maar er zijn er ook genoeg die dit soort acties zeer bedreigend vinden.

Ze hebben dan geen andere keus dan waarschuwend grommen en als dat niet helpt zullen ze bijten.

Niet doen

  • Het kind naar de hond toe laten lopen of kruipen, zéker niet als die in zijn mand ligt.
  • Het kind zich laten bemoeien met een hond die aan het eten is, of een speeltje, kluif heeft.
  • Kinderen hard laten schreeuwen en rennen in de buurt van de hond.
  • Kinderen over de grond laten kruipen in de buurt van de hond.

Wel doen

  • De hond naar het kind toe laten komen om iets leuks te gaan doen.
  • Het (iets oudere) kind de hond uit de hand laten voeren, tenzij de hond ‘baknijd' heeft of erg gespannen is tijdens het eten.
  • Kinderen met de hond laten spelen door bijvoorbeeld een zoekspelletje, waarbij het kind een brokje mag verstoppen dat de hond moet zoeken. Beiden vinden het geweldig, voor de hond is het niet bedreigend, en kind en hond krijgen een betere band.

Laat een kind de hond niet uitdagen of commanderen

Een hond ziet zijn gezin als een roedel waarin een vaste rangorde heerst. De volwassenen in het gezin ziet hij als roedelleider (als het goed is).

Het is simpelweg niet mogelijk om een kind te leren de baas te zijn over een hond.

Een kind is fysiek en psychisch niet in staat om een hond in een lagere positie te dwingen.

Honden hebben dat meestal goed in de gaten: zij zullen het kind dus beschouwen als een lager geplaatste in de roedel.

Kinderen en vreemde honden

Een kwart van de bijtongelukken wordt veroorzaakt door vreemde honden. Dat is geen reden om een kind bang te maken voor honden, maar wel om ook hier een kind bij te brengen wat wel en niet kan.

Hondeneigenaren zijn verantwoordelijk voor een goede opvoeding van hun hond. Net als met verkeer, moeten kinderen ook regels leren voor de omgang met vreemde honden op straat.

Je kunt honden leuk vinden of niet, ze horen bij het straatbeeld.

Gelukkig zijn er heel veel aardige, leuke en vriendelijke honden. Maar de honden op straat zijn (net als mensen) niet allemáál aardig, en er zijn nog veel te veel ouders die hun kinderen gezellig iedere hond laten aaien die ze tegenkomen.

Ze denken daarmee hun kind een plezier te doen, maar realiseren zich niet dat een hond hierover zo zijn eigen mening heeft.

Niet doen

  • Het kind de hond laten aanstaren (dit vindt een hond bedreigend).
  • De kinderen alleen met de hond de straat op sturen.
  • Het kind over de nek van de hond laten hangen.
  • Het kind de hond opdrachten laten geven.

Wel doen

  • Het kind leren langs de hond heen te kijken.
  • De hond en de kinderen samen mee uit nemen voor een leuke wandeling.
  • Het kind leren de hond rustig over de borst te aaien.
  • Zorgen voor een leuk spelletje met kind en hond.

“Hij ziet er zo lief uit”

Elke hond kan bijten, of hij nu groot of klein is, zwart of wit, met of zonder staart. Een grote gevaarlijk uitziende hond kan een lobbes zijn, een kleine knuffelhond kan heel venijnig uithalen en andersom.

Bovendien kan zelfs de liefste, aardigste hond schrikken van een kind, of gewoon geen zin hebben om aangehaald te worden.

En gaat u zelf maar eens zonder taal en zonder handen aan een wildvreemde op straat duidelijk maken dat u niet over uw bol geaaid wilt worden.

“Hij kwispelt met z'n staart”

Het grootste misverstand in de wereld is dat een hond die kwispelt altijd blij is.

Kwispelen ziet er heel leuk uit, maar kan verschillende dingen betekenen zoals: ‘hallo, wat leuk dat ik je zie' of: ‘pas op, dit is mijn terrein, ik ben hier de baas, zie je dat wel?' maar ook, ‘ wat ben jij eng zeg, ga alsjeblieft gauw weg!'..

“Wij hebben zelf ook een hond”

Veel mensen denken dat een andere hond hun kind niet zal bijten, omdat ze thuis ook een hond hebben. De hond die bij de supermarkt op zijn baas zit te wachten heeft hier geen boodschap aan.

Hij heeft geen zin om geaaid te worden, of hij vindt kinderen gewoon eng. Dat het kind misschien zelf niet bang is doet daar niets aan af.

Niet doen

  • Een kind een vreemde hond laten aaien.
  • Een kind bang maken voor honden.
  • Het kind laten gillen of wegrennen als er een hond aankomt (hoe harder het gilt of rent, hoe interessanter een hond het kind zal vinden).
  • Het kind met zijn handjes naar de hond laten slaan, of de handjes in de lucht laten steken.

Wel doen

Leer uw kind drie regels voor het aaien van honden:

  1. Eérst vragen aan je moeder of vader (en als die er niet is: niet aaien).
  2. Dan aan de baas van de hond vragen (en als die er niet is: niet aaien).
  3. Als je van allebei mag aaien, moet je het aan de hond vragen: steek voorzichtig je hand uit. Kijk of de hond naar je toekomt.

    Zo nee, dan heeft hij er geen zin in en moet je hem met rust laten.

    Zo ja, kriebel hem dan rustig ONDER zijn kin of op zijn borst. Aai hem niet over zijn kop, de meeste honden zinden dat helemaal niet leuk.

Leer een kind om te gaan met honden.

Leer een (bang) kind rustig stil te blijven staan als er een hond aankomt, en de andere kant op te kijken.

Leer een kind om de handjes in de zak of op de rug te houden.

De meeste honden weten uit ervaring dat er in de handen vaak iets lekker zit, en zullen dus juist daar op af gaan. Bij handjes op de rug zal een hond er misschien even aan ruiken, maar snel zijn interesse verliezen.

Laat kinderen en honden NOOIT, maar dan ook ABSOLUUT NOOIT met elkaar alleen.