Voer. Mand. Speeltje. Korting.rondsnuffelen

Boerboel

De persoonlijkheid van de Zuid-Afrikaanse Boerboel. De Boerboel heeft een stabiel en rustig karakter gecombineerd met een sterk waakinstinct. Hij is een toegewijde en aanhankelijke metgezel die een sterke band ontwikkelt met zijn baasjes en hun kinderen zonder te zeer afhankelijk van hen te worden. Zijn territoriaal instinct, afstandelijkheid en wantrouwen naar vreemden gecombineerd met een zeer goede reukzin en gehoor maken

hem een uitstekende waakhond die bereid is zijn familie en huis desnoods met zijn leven te beschermen. De Boerboel is intelligent en leert makkelijk, maar heeft de behoefte aan afwisseling en nieuwe uitdagingen in de opvoeding. Door zijn zelfredzaamheid en aanpassingsvermogen heeft deze hond de harde omstandigheden van weleer overleefd. Dit maakt misschien dat de Boerboel niet een hond voor iedereen is.

Door zijn onafhankelijkheid en zelfstandig denken is het onontbeerlijk dat de eigenaar liefdevol, maar zeer consequent de baas is over de hond. De relatie tussen baas en Boerboel moet er een zijn van wederzijds respect en vertrouwen. Een hond die zijn eigenaar niet respecteert als zijn meerdere of hem niet vertrouwt zal zelf proberen de leiding in handen te nemen en zijn eigen weg gaan. Nu moet men niet denken dat de Boerboel een moeilijke hond is om op te voeden of mee om te gaan, juist integendeel. Hij is intelligent en zoekt nooit een conflict met zijn baasjes.

Om een sterke band te smeden met de boerboel volstaat het rechtvaardig met hem om te gaan en veel beloning en weinig straf te geven. Het enige dat men nodig heeft om een Boerboel op te voeden: veel liefde, oprechtheid en enig inzicht in de denkwereld van honden.

Als de gezinsleden een hechte band hebben gesmeed met hun Boerboel zullen zij ten alle tijden op hem kunnen rekenen. Hij zal hun beste vriend zijn. Hij zal aanvoelen wie een gast is en wie een indringer, maar niet zo extreem als bijvoorbeeld een Anatolishe herder. Hij zal weten wanneer zij bang zijn of zich bedreigd voelen en hij zal met een grom duidelijk maken dat hij er is om hen te beschermen, altijd.

De Standaard van de Boerboel.

Het Algemeen Voorkomen.
De Boerboel is een grote, sterke, forse hond met krachtige spieren. Zijn bewegingen moeten vlug en lenig zijn. Zijn bouw moet forser, zwaarder en groter zijn dan de boxer, maar weer lager in de benen dan de Deense dog. Bij mannetjes moet de schofthoogte niet lager zijn dan 66 cm. en bij vrouwtjes niet minder dan 61 cm.

Het Karakter.
De Boerboel moet een goede geaardheid hebben, standvastig en intelligent zijn met een goed uitgebalanseerd karakter. Hij moet trouw zijn aan zijn baas, zelfs wanneer zijn leven op het spel staat. Hij moet van jongs af aan goede waakhond kwaliteiten bezitten en moet houden van alle gezinsleden, en speciaal de kinderen.

Het Hoofd:
Het hoofd moet groot en sterk zijn en recht tussen de oren.
De bovenkaak moet sterk en breed aan de achterkant zijn met een kleine versmalling naar voren.

De onderkaak moet breed aan de achterkant zijn met een kleine versmalling naar voren. En de onderkaak moet goed samenvallen met de bovenkaak en het liefst in een schaargebit.
De lippen behoren los en vlezig te zijn en de bovenlippen moeten niet overhangen. De lippen mogen ook niet grof of te dik zijn.
De neus moet zwart gepigmenteerd zijn en zeker niet leverkleurig.
De neus of de brug van de neus moet niet te lang zijn, zo’n 8-10 cm. Dit wordt gemeten van het puntje van de neus tot aan het middelpunt waar de ogen beginnen.
Het neusbeen moet recht zijn, met weinig tot geen omhooggaande lijn (zoals de boxer).
Het hoofd moet zeer zeker een “bole” hoofd zijn met een krachtige mond, die goed samenvalt met de symmetrie van het hoofd. Geen “teddybeer-look”. Natuurlijk is het hoofd van het vrouwtje een stukje smaller en heeft een vrouwelijke uitstraling.

De Lichaamsbouw.

De nek moet stevig en gespierd zijn en in relatie staan tot het lichaam, met een los nekvel. Zijn nek moet in een rechte lijn zijn en goed tussen de schouderbladen aanhechten.
De rug moet eveneens sterk en recht zijn, een beetje gebogen over de lendewervels is toegestaan.
De borst moet breed, recht en gespierd zijn en het losse vel vanuit de nek moet tussen de voorpoten worden gespannen, waarbij het goed uitgerekt wordt om over de brede borst te passen.
De poten moeten krachtig, recht en in staat zijn om het lichaam te dragen met zijn welgevormde, stevige voeten.
Bij voorkeur de staart gecoupeerd.
De vacht behoort kort en zacht te zijn.
De oren moeten slap en gemiddeld groot zijn en goed in relatie tot het hoofd zijn.
De Kleur
Brindle, geel (leeuw), grijs, roodbruin, bruin. Witte tekeningen zijn toegestaan. Met of zonder zwart masker. We proberen het voor elkaar te krijgen om een 1-kleurige hond te fokken met geen of weinig witte tekeningen.

De Ogen
Lichtbruin, geelbruin en donkerbruin zijn toegestaan. Blauw of blauwgrijs is onacceptabel.