Voer. Mand. Speeltje. Korting.rondsnuffelen

Dwergkeeshond

Andere namen

Pomeranian, Toy German Spitz, Zwergspitz.

Geschiedenis Dwergkeeshond

De Dwergkeeshond heeft een schofthoogte van niet meer dan 22 cm. Hij is het kleinste slag van de Keeshond.

De Ijslandse en Laplandse Poolhonden zijn de voorouders van dit ras. Zij hebben ook hun bijdrage geleverd aan het ontstaan van vele andere moderne rassen, die zij aan zij de slede trokken.

De Keeshond is een type hond dat vanaf circa 400 vóór Christus op verschillende plaatsen in Europa voorkwam, als bewaker van huis en hof.

Pas in de 19e eeuw ontstonden naast het grote slag (dat wat kleiner was dan het slag dat nu als “groot” wordt omschreven) ook de kleinere slagen, die geliefd werden als gezelschapshond.

Komt voor in veel variëteiten: vele kleuren en grootteslagen; dit is de kleinste.

Keeshonden waren in heel Europa populair, maar deze kleine vorm werd oorspronkelijk gefokt in Pommeren (Polen/Duitsland).

Door selectie werd dit hondje alsmaar kleiner. De Engelse koningin Victoria had een Pomeranian (de Engelse rasnaam) genaamd Marco.

Dwergkeesjes zijn fijne gezelschapshonden. De overvloedig lange vacht moet iedere dag even worden gekamd en geborsteld.

Karakter Dwergkeeshond

Het leven met een Keeshond is nooit saai en zelden rustig. Het zijn actieve, drukke honden die erg graag bij je zijn en deel uit willen maken van je leven.

Ze liggen meestal niet netjes in hun mand, want door hun dikke vacht zoeken ze liever een koele plaats en liggen ze op de stenen vloer of op het vinyl.

Ze zijn dol op eten en als eigenaar is het oppassen geblazen dat de Kees niet te dik wordt.

Ze passen zich goed aan allerlei omstandigheden aan; zolang ze maar bij je in de buurt kunnen zijn, vinden ze alles prima.

Hieruit ook de conclusie dat een Keeshond absoluut geen hond is om in een kennel te houden. Het is een huishond, die alleen gedijt wanneer hij de hele dag met zijn mensen kan optrekken.

Een typische eigenschap van Keeshonden is hun ongelooflijke nieuwsgierigheid. Ze willen alles onderzoeken en als er iemand belt, staan ze voor jou bij de deur om te zien wie er nu weer op bezoek komt.

Gehoorzaamheid is niet altijd hun sterkste kant. Ze luisteren wel, maar enkel en alleen als hen dat zelf goed uitkomt. Daarom is het maar gelukkig dat ze elk jachtinstinct missen, zodat je ze rustig los kunt laten lopen in het bos.

Dat neemt niet weg dat er Keeshonden zijn die hun G&G-diploma hebben gehaald. Plus ze zijn leergierig en tijdens de socialisatie periode een puppy cursus volgen dan heeft u al veel gewonnen.

Als bewaker van huis en haard is de Keeshond perfect. Niet zozeer door inbrekers aan te vallen, maar door hun waarschuwend geblaf geven ze toch een gevoel van veiligheid.

Er leeft bij veel mensen nog de opvatting dat een Keeshond erg blafferig is en fel. Nu is een Kees een waakhond en zal dus blaffen bij onraad en soms vergeet hij wel eens midden in het geblaf waarom hij eigenlijk blafte, maar dat is iets dat goed af te leren is.

Dat een Kees fel zou zijn is een misvatting die waarschijnlijk nog stamt uit de tijd dat Kezen als waakhond dienden op boerderijen en ze de hele dag aan een ketting lagen. Dan is het geen wonder dat een hond blafferig en agressief wordt.

De huidige Keeshonden zijn van karakter zeer betrouwbaar en kunnen goed met kinderen en andere honden overweg.

De Keeshond is een aantrekkelijke hond voor iemand die een middelgrote of een kleine hond wil. Door zijn opvallende vacht en alerte uitdrukking oogst hij op straat altijd veel bewondering.

Verzorging Dwergkeeshond

De Keeshond behoort een dikke ondervacht te hebben en een bovenvacht van langere, niet te zachte haren.

Door veelvuldig borstelen wordt de huid gemasseerd en blijft de vacht in een goede conditie. Bovendien biedt een geregelde borstelbeurt ons de gelegenheid de hond goed na te kijken op kleine ongerechtigheden en parasieten.

Wanneer u vanaf het begin een pup dagelijks even onder handen neemt went hij eraan en zal hij het, wanneer hij volwassen is, niet alleen rustig toelaten, maar zelfs aangenaam vinden.

Het borstelen moet zoveel mogelijk tegen de vleug in gebeuren, waardoor de vacht beter gaat uitstaan. Achter de oren en in de broek vormen zich gemakkelijk klitten.

Deze kunt u, evenals de bevedering aan de voorbenen, voorzichtig met een grove kam uitkammen. Wanneer de Kees gaat verharen is het in uw eigen belang een keertje vaker te kammen, want alles wat u er uit haalt komt niet op tapijten en kleding.

Als de ondervacht echt los zit, kunt u het beste eens helemaal doorkammen. Daarna niet meer kammen maar wel borstelen, waardoor de bloedsomloop in de huid bevorderd wordt en hebt nieuwe haar sneller groeit.

Bij de dagelijkse borstelbeurt worden meteen oren en ogen gecontroleerd. De eersten geven bij honden met staande oren meestal niet veel moeilijkheden, maar mocht de binnenkant rood of ontstoken zijn, of krabt de hond veelvuldig aan zijn oren, dan is het beste een dierenarts te raadplegen.

Bij Keeshonden komen niet veel oogafwijkingen voor. Staan de ogen helder en zijn de ooghoeken droog, dan doen wij er niets aan. Zit er wat helder vocht in de ooghoeken, dan wrijft u dit met een schoon doekje weg.

Rood ontstoken ogen, al dan niet met pups in de ooghoeken, kunnen ontstaan door spelen op zanderige bodem of door tocht. Maakt de hond verder een gezonde indruk, dan is een paar dagen schoonmaken met gekookt en afgekoeld water afdoende, maar vertoont hij ook andere ziekteverschijnselen, dan moet u direct naar een dierenarts gaan, daar deze vieze ogen ook optreden bij verschillende infectieziekten.

Wanneer de pup tanden gaat wisselen is het goed het gebit te controleren. Er kan dan tijdig ingegrepen worden wanneer b.v. een melktand te lang blijft zitten en daardoor de nieuwe tand in de groei belemmert.

Om de tanden schoon te houden is het goed zo nu en dan een mergpijp te geven die u eerst geruime tijd hebt gekookt. Ook kunt u zo jong mogelijk beginnen de tanden te poetsen met een kindertandenborstel kindertandpasta of speciaal voor honden in de handel zijnd tandpoeder.

Wanneer zich desondanks teveel tandsteen vormt, moet dit van tijd tot tijd verwijderd worden, zodat geen ontstekingen onder het tandvlees ontstaan.

De Keeshond heeft ronde kattenvoeten. Wanneer de haren bij de nagels te lang worden schaadt dit de vorm en moeten deze bijgeknipt worden.

Of dit nodig is hangt, evenals het nagels knippen, afvan de omstandigheden waaronder de hond leeft. Bij een hond die op stenen loopt zullen zowel haren als nagels veel sneller slijten dan bij een hond die buiten op zachte bodem loopt.

Wanneer u niet geroutineerd bent in dit nagels knippen kunt u beter door de dierenarts laten doen, daar u anders de kans loopt in het leven te knippen, wat zeer pijnlijk is.

Wanneer u uw Keeshond regelmatig borstelt behoeft hij niet gewassen te worden. Wassen ontvet de huid, terwijl het haar van de Keeshond er bovendien te zacht van wordt.

Mocht het door bijzondere omstandigheden bij hoge uitzondering toch nodig zijn de hond te wassen, doet u dit dan met een goede hondezeep en zorgt u er vooral voor dat de hond volkomen droog is voor hij weer naar buiten gaat.

Vaak wordt, vooral ‘s zomers gevraagd of de hond niet geschoren moet worden. Dit mag nooit. Niet als het erg warm is en ook niet als hij verhaart. Bij warm weer ontneemt u het dier zijn isolerende laag en brandt de zon rechtstreeks op zijn huid.

Tot slot nog het volgende: Het is aan te bevelen een hond met een flinke halskraag zoals de Keesachtigen hebben, zo weinig mogelijk met een halsband te laten lopen, daar deze het haar heel lelijk beschadigt.

Moet er beslist een halsband gedragen worden, b.v. wanneer de hond aangelijnd loopt, zorgt u er dan voor dat de halsband niet scherp is, maar neemt u een gladde ronde leren band.

Het zal zijn uiterlijk ten goede komen. Voor de kleine variëteiten zijn er stevige nylon lijntjes in de handel.