Voer. Mand. Speeltje. Korting.rondsnuffelen

Stabijhoun

Rasomschrijving
Hieronder zal ik middels enkele hoofdstukken trachten om een zo compleet mogelijk beeld te geven van de kenmerken van de Friese Stabij alias de Stabijhoun

Geboorte
De gemiddelde draagtijd van een Stabijhoun isplusminus 63 dagen. Het einde van de dracht kondigt zich aan als de melkklieren van de moeder al behoorlijk zijn ontwikkeld. Verder zal de teef zich erg onrustig gaan gedragen. In die laatste dagen voor de bevalling kun je de pups prachtig voelen ravotten in de buik van de moeder. Als de moeder op een bepaald moment niet meer wil eten, kun je er wel bijna van uitgaan, dat de bevalling die nacht zal plaatsvinden. Vlak voor de bevalling eten de meeste teven niet. Haar lichaamstemperatuur zal ook iets dalen en mocht ze wel gegeten hebben voor de bevalling, dan zal ze dit waarschijnlijk weer uitspugen op het moment van bevallen. Bij honden komt zowel een kop- als stuitligging voor en de eerste pup zal gewoonlijk ietwat moeizamer op de wereld komen, daar deze de “weg” ietwat zal moeten vrijmaken. De ideale geboorte is een kopligging met de pup nog in het vlies. Na het breken van de vliezen komen de pups na plusminus twee uur ter wereld. De moeder zal de pups schoonlikken, wat de hart- en longfunctie van de pups zal stimuleren. Moeder zal ook de navelstreng doorbijten en de nageboorte opeten. (dit is goed voor de melkafgifte)

Algemeen beeld en gedrag
Vanuit de historie is de Stabij een hond die hoofdzakelijk op en om de boerderij leefde en derhalve heeft de omschakeling naar het stadsleven toch wel enige aanpassingsmoeilijkheden met zich mee gebracht. Het perfecte karakter van de hond zorgde er echter al snel voor, dat hij zich ontplooide tot een perfecte gezinshond, die echter wel zijn beweging nodig heeft. Het is een prima werk- c.q. jachthond die zijn baas door weer en wind zal volgen. Om zijn eigenschappen als werk- c.q. jachthond te accentueren organiseert de Koninklijke Jacht Vereniging (KNJV) ieder jaar een speciale jachthondenproef voor de Drentse Patrijs, de Stabijhoun en de Wetterhoun. De Stabij heeft een uitstekend leervermogen en is van nature zeer nieuwsgierig. Een enigszins sportieve baas, die regen en wind niet schuwt is eigenlijk wel een vereiste voor de Stabij. Als waakhond staat de Stabij ook zijn mannetje / vrouwtje. Hij / zij herkend goed het verschil tussen eigen en vreemd volk en zal dan aanslaan, dit wel zonder dat het overdreven zal worden. De eigenzinnigheid is een karaktertrek die al zeer vaak beschreven is, maar met discipline en consequente opvoeding is dit prima te sturen. (Het is en blijft natuurlijk wel een echte Fries!)

Uiterlijke kenmerken
Een Stabij is een krachtig gebouwde, langharige staande hond, die meer lengte dan hoogte moet hebben en de huid moet goed gespannen zijn. De hond mag geen hanglippen en hangende keelhuid hebben. De Stabij is een aantrekkelijke hond om te zien met zijn zwart / wit gevlekte langharige, zachte vacht. Zwartbonte exemplaren zijn de meest gangbare, maar er komen ook bruinbonte, oranjebonte en blauwbonte exemplaren voor. De blauwbonte benaming is wellicht niet helemaal juist, het is meer een zwartschimmel. Deze benaming heeft echter zijn oorsprong gekregen op de Friese zandgronden, waar de kleur werd bestempeld als blauw. De halflange vacht hoeft niet overdreven veel geborsteld te worden, alleen dient het haar achter de oren en in de oksels regelmatig te worden gekamd om klitten te voorkomen. De officiële raskenmerken staan slechts enkele lichte golven toe bij het kruis van de hond, de resterende halflange vacht dient sluik over het lichaam te hangen. Er geldt een vastgestelde maximale en minimale schofthoogte voor reuen van 55 tot 46 cm en voor teven is dit 44 tot 53 cm. De ideale maat is voor een reu 53 cm en voor een teef 49 cm. De prachtige pluimstaart is lang, reikt tot de hiel en wordt in rust laag gedragen. (in actie gaat de staart omhoog) Een zogeheten spiraalstaart is ongewenst. In tegenstelling tot de Wetterhoun heeft de Stabij de ogen waterpas in zijn kop zitten. De oren zijn vrij laag ingezet en worden vlak tegen de kop gedragen. De lange beharing van de oren mag iets gegolfd zijn aan het uiteinde.