Voer. Mand. Speeltje. Korting.rondsnuffelen

De Leonberger

De geschiedenis en herkomst van de leonberger:
Gegevens over de voorgeschiedenis van de Leonberger zijn moeilijk te vinden. Er zijn verschillende lezingen over de herkomst van de leonberger. Een lezing is dat er in de stad Leonberg (vlak bij Stuttgart in duitsland) een stadsraadslid leefde namelijk de heer Essig. De van 1808 tot 1889 in Leonberg wonende heer Essig, wethouder van het stadje was een groot dierenliefhebber; Hij hield kippen, ganzen, eenden, duiven, reeën, kalkoenen en zelfs vossen.

Natuurlijk dartelden bij hem ook honden In het rond van de vele rassen van die tijd. O.a. doggen en ook de toen reeds bekende en waardevolle Newfoundlanders, eenkleurige en gevlekte, zoals een oude afbeelding laat zien. Na vele kruisingen met de geel gevlekte St. Bernard en de Landseer, kruist hij het resultaat hiervan weer later met de Pyreneese berghond. In 1846 bracht hij voor het eerst zijn Leonbergers als een eigen ras naar voren. Het was – en is nu nog – een hond die imponerend groot is zoals de Newfoundlander, met diens waaksheid en goedmoedigheid en natuurlijk ook met diens voorkeur voor water (hij heeft ook nu nog zwemvliezen tussen de tenen!). Hij heeft een prachtige vacht met de gele kleur als van de leeuw en is even slim en intelligent als de berghonden, van welke hij afstamt.

Zeer spoedig vond de op de leeuw lijkende hond vele liefhebbers. De keizerin Elisabeth (Sissy) van Oostenrijk, de Markgraaf van Baden en ook Bismarck prefereerden de Leonberger en bezaten er zelfs meerdere van. Grote populariteit genoot de Leonberger ook aan het hof van de Czaar en zo werden tegen het eind van de 19de eeuw ongeveer 330 exemplaren naar Rusland geëxporteerd. In 1962 gingen de zusters José van de Pas en Metha Stramer naar Duitsland en kwamen terug met drie leonbergers namelijk een reu en twee teven. Deze honden zorgde voor de eerste nederlandse nakomlingen. Op dit moment zijn er ongeveer 2000 leonbergers in nederland.

Algemene verschijning
De Leonberger is een zeer grote, krachtig gebouwde, gespierde, maar toch elegante hond. Aan zijn bouw is zijn oorspronkelijke gebruiksdoel af te lezen. Zijn harmonische lichaamsbouw en zelfverzekerdheid springen samen met een levendig temperament daarbij in het oog. De schofthoogte varieert tussen de 65 en 75 cm voor de teven en 72 en 80 cm voor de reuen. Vooral de reu is imposant en straalt kracht uit.

Gedrag, karakter
Als gezinshond is de Leonberger onder de huidige woon- en leefomstandigheden een aangename partner, die zonder problemen overal naartoe kan worden meegenomen en die uitblinkt door uitgesproken kindvriendelijkheid. Hij is niet schuw of agressief. Als gezelschapshond is hij een prettige, volgzame en onbevreesde kameraad onder alle omstandigheden.
Tot de gewenste karaktervastheid behoren vooral:

zelfverzekerdheid en voorname kalmte,
een gematigd temperament (waartoe ook speelsheid behoort),
het kunnen bijbrengen van gehoorzaamheid,
het leergierig en opmerkzaam zijn,