Voer. Mand. Speeltje. Korting.rondsnuffelen

Podenco Canario

ALGEMEEN
Een hond van gemiddelde grootte, lang van lijnen, slank, licht en uitermate gehard. Enigszins langer dan hoog. Zijn borst is goed ontwikkeld, maar reikt niet tot de ellebogen. De neus is iets hoger dan de schedel.

HOOFD
Langwerpig, in de vorm van een afgeknot-te kegel, van gemiddelde lengte (21-22cm). De belijning van het aangezichtsdeelvan de schedel verloopt parallel. De sche-del is veel langer dan breed, vlak, met een duidelijke achterhootdsknobbel en eenweinig duidelijke stop. De brede snuit steekt duidelijk naar voren en heeft de vorm van een puntige kegel. Fijne, gesloten lippen, in een kleur die overeenkomt met de neus.

De Podenco Canario jaagt als primitieve Windhond op zijn reuk Pas als hij het konijn heeft opgespoord gebruikt hij zijn snelheid. Daarom wordt hij wel konijnewindhond’ genoemd.

GEBIT
Schaargebit. De tanden passen perfect op elkaar en zijn goed ontwikkeld

OREN
Tamelijk groot. Breed bij de aanzet en uitlopend in een punt. Worden bij opwindingen dicht licht uit elkaar geplaatst en in rust wat meer naar achteren gedragen.

OGEN
Schuin geplaatst. Klein. Amandelvormig. Amberkleurig en meer of minder donker gepigmenteerd, in overeenstemming met de vachtkleur.

LICHAAM
Goed gespierde, rechte hals, met een gladde huid zonder wammen. De hals is buigzaam en rond. De rug toont goed ontwikkelde spieren, zoals passend is voor het rennen en de inspanningen van de jacht. De lendenen zijn enigszins lang. Het kruis is van een stevige beenderstructuur. De borst is goed ontwikkeld, maar reikt niet tot aan de ellebogjen. Weinig afgetekend sternum. Ovale ribben. De omvang van de borst is 5-8 cm meer dan de agressief schouderhoogte. De buik is opgetrokken,zonder zo windhondachtig te zijn als die van de Galgo. Duidelijk aangegeven flanheid van een onderhuidse vetlaag laat de Ribbenkast, de wervelkolom en de heupbeenderen goed uitkomen. Enorm ontwikkelde, droge spieren.De samentrekkingen van de spieren moeten door de huid heen zichtbaar zijn.Schouderhoogte: reuen 55~64 cm, teven 53~60 cm: een afwijking van 2 cm meer of minder is toegestaan voor rastypische honden.

VACHT
De huid is stevig en ligt vlak aan. Zonder vouwen. De glad aanliggende vacht is glad

BENEN
De voorbenen zijn stevig, volkomen recht, loodrecht en paralel. Ze hebben een fijne maar stevige beenderstructuur De hoek tussen schouderblad en opperarm bedraagt ongeveer 110 graden. die tussen bovènarm en onderarm ongeveer 140 graden: De achterbenen zijn goed recht vanvorm, recht geplaatst en stevig. Ze hebben een goed ontwikkelde bespiering. Desprongen zijn tamelijk hoog. De hoek tussen heupbeen en dijbeen bedraagt ongeveer 110 graden. die tussen dijbeen enenderbeen circa 120 graden en de sprong heeft een hoek van zo’n 130 graden

VOETEN
De voorvoeten zijn kattenvoeten. veelal

KLEUR
De voorkeur gaat uit naar een rood-witte vacht. met lichter rood of dieper oranje tot donkerrood (acajou).Alle combinaties van kleuren zijn toegestaan