Voer. Mand. Speeltje. Korting.rondsnuffelen

Japanse terriër

De Japanse terriër is een hondenras dat afkomstig is uit Japan. Het ras is ontstaan doordat Europese zeelieden hun Foxterriërs meenamen naar Japan. Deze dieren werden gekruist met Japanse honden. Hieruit ontstond dit ras, dat in gebruik is als gezelschapshond en als jachthond. Het ras komt vrijwel uitsluitend voor in Japan. Ook in Japan zelf is de hond zeldzaam. De Japanse terriër komt buiten zijn vaderland nauwelijks voorEen volwassen dier is ongeveer 34 centimeter hoog.

Rasbeschrijving

De Japanse Terrier is een kleine, compacte en sierlijke hond met een zeer korte vacht.

Hoofd: platte en vrij smalle schedel, snuit en schedel zijn even lang. Gering stop. Droge wangen en dunne lippen. Vlakke neusrug, zwarte neusspiegel.

Ogen: middelmatig groot en donkerbruin met ovale oogopeningen.

Oren: hoog aangezet, vrij klein, dun, V-vormig met naar voren gevouwde toppen.

Gebit: schaargebit.

Hals: middelmatig lang, krachtig en droog.

Lichaam: uitgesproken schoft, korte rug. Lendenen en bekken licht gewelfd en sterk. Diepe, maar vrij smalle borstkas, goed gewelfde ribben, goed opgetrokken buiklijn.

Ledematen: tamelijk geopende hoeken in voor- en achterhand, rechte voorbenen en tamelijk lichte botten.

Voeten: goed gesloten, met soepele, zwarte voetzolen en zwarte nagels.

Staart: vrij dun.

Gangwerk: licht en snel.

Vacht: kort, zacht, dicht en glanzend.

Kleur: driekleurig, wit-zwart-bruin op het hoofd, wit op het lichaam.

Schofthoogte: 30,5 – 38,0 cm.