Voer. Mand. Speeltje. Korting.rondsnuffelen

Alleen thuis leren zijn (puppy)

Honden zijn enorm sociale dieren, bedoeld om met anderen samen te leven. Alleen (thuis) zijn is dan ook niet een gedrag of gewoonte dat van nature in een hond zit.

Een hond moet leren dat het alleen thuis zijn niet iets is om angstig of gestresst van te raken, en dat u gewoon weer terug komt. Bij sommige pups gaat dit zonder problemen.

Vaker echter zal u uw pup hierin moeten begeleiden en het alleen zijn aanleren.

Voorkomen is beter dan genezen. Bij een aanzienlijk deel van de honden die op volwassen leeftijd niet alleen thuis kunnen zijn, is het gewoonweg niet goed aangeleerd.

En dat is jammer want het blaffen, janken, slopen en onzindelijkheid die bij deze angst horen, kunnen voor u en uw buren een enorm probleem vormen.

Veel mensen weten dat je de tijdsduur dat je een pup alleen kunt laten moet opbouwen. Maar bij sommige pups gaat aan het daadwerkelijk alleen laten een belangrijk traject vooraf!

Alleen kunnen zijn heeft voor een hond te maken met veiligheid en vertrouwen. Hij moet zich veilig voelen in de omgeving waarin u hem achterlaat. Daarnaast moet hij voldoende zelfstandigheid hebben om zich ook zonder uw aanwezigheid veilig te voelen.

Een veilige omgeving scheppen voor uw pup betekent dat hij goed gewend moet zijn aan uw huis, de omgeving en de geluiden in en om het huis.

De eerste dagen thuis zijn dan ook niet geschikt om te beginnen met alleenzijntraining. Geef uw hond even wat tijd om aan de overgang van de fokker naar uw huis te wennen.

Een bench of kamerkennel kan een goed hulpmiddel zijn bij het leren alleen thuis te zijn.

De voordelen zijn tweeledig: de bench wordt zijn eigen vertrouwde, vaste plekje én door zijn bewegingsvrijheid te beperken voorkomt u ongewenst gedrag als slopen of op bank of stoelen liggen.

Voor de bench geldt natuurlijk ook dat uw hond er wel eerst moet wennen om het echt als zijn plekje te ervaren.

Een tweede voorwaarde om te kunnen beginnen met alleen laten is dat uw pup voldoende zelfstandigheid begint te krijgen om zich zonder uw aanwezigheid veilig te voelen.

Over het algemeen genomen komen pups zo rond de leeftijd van 8 weken bij u in huis. Tot die tijd zijn ze altijd omringd geweest door hun moeder en nestgenootjes. Bij u thuis mist hij hen aanwezigheid. Dat vraag tijd.

U en uw gezin worden zijn nieuwe roedel. Dit betekent dat de pup zich nu op u gaat richten, en zich van u afhankelijk voelt. Alleen achterblijven zou in de natuur voor een pup levensgevaarlijk zijn.

Zodra dit dreigt te gebeuren begint de pup te piepen en te blaffen; hij roept de overige leden van zijn roedel!

Lukt dit niet, dan kan uw hond vervallen in onzindelijkheid en/of sloopgedrag. Plassen en/of poepen in deze situatie hebben echter te maken met het toenemen van de spanning en angst, en niet zo zeer met zindelijkheidsbesef.

Als mensen zenuwachtig zijn moeten ze ook vaker naar de wc.

Ook het slopen is het gevolg van stress. In zijn paniek wil uw hond zich een weg graven naar buiten (krabben aan deuren en raamposten) of probeert zijn nervositeit af te laten vloeien door z’n tanden ergens in te zetten.

Mensen vertonen ook zulke spanningsafleiders: druk spelen met een pen, nagelbijten, roken, tappen met de voet of in een tijdschrift bladeren.

Een goede indicatie of uw pup klaar is om te beginnen met alleen thuis te laten is dat uw pup rustig enkele minuten alleen in de woonkamer kan achterblijven terwijl u ergens anders in huis bent.

Pas als dat probleemloos gaat, kunt u hem daadwerkelijk alleen achterlaten.

Het beste is om uw hond vanaf een kwartier voor het weggaan te negeren. Het contrast met uw afwezigheid is op die manier minder groot.

Dat geldt ook voor het terugkomen: negeer uw hond dan ook. Uw boodschap daarmee is dat uw komen en gaan niet van belang zijn voor uw hond en de normaalste zaak van de wereld zijn.

Bouw het alleen zijn rustig op. Begin met maar enkele minuten en kom terug als uw hond nog rustig is. Zo leert hij dat u heus wel terugkomt en dat er niets aan de hand is.

Als u echter terugkomt als uw pup nog aan het piepen en blaffen is, leert u hem dat zijn “geroep” effect heeft. U bent immers teruggekomen!

Desnoods blijft u buiten wachten tot hij stil is voordat u terug naar binnen gaat. Duurt het geblaf en gejammer echter langer dan 10 minuten, betekent het dat u te snel bent gegaan.

Doe dan een stapje terug in uw training. U kunt beter meer tijd nemen om de korte momenten van afwezigheid goed op te bouwen, de langere periodes komen dan vanzelf wel.

Gaat u echter in het begin te snel, loopt u het risico dat het alleen zijn nooit helemaal lekker zal lopen. Pas als de korte momenten echt goed gaan, gaat u voor langere tijd weg.

Zo leert uw pup rustig alleen thuis te blijven.