Voer. Mand. Speeltje. Korting.rondsnuffelen

Parvo


Neem bij (een vermoeden van) medische problemen altijd contact op met de dierenarts.

Het honden parvo virus (CPV) is ontdekt in 1978.

Vanwege de ernst van de ziekte en zijn besmettelijkheid in een honden populatie heeft het virus veel interesse gekregen bij het grote publiek.

Het virus lijkt voor een groot gedeelte op het kattenziekte virus en de twee ziektes lijken ook veel op elkaar.

Daarom wordt ook aangenomen dat het hondenvirus een mutatie is van die van het kattenvirus.

Ontstaan Parvo

De belangrijkste bron van het virus is de ontlasting van geïnfecteerde honden. De ontlasting van een geïnfecteerde hond kan een hele hoge concentratie hebben van virussen.

Gevoelige dieren worden geïnfecteerd door het opnemen van het virus via de mond. Vervolgens beland het virus in de darm tractus waar het in de darmwand dringt en een ontsteking veroorzaakt.

In tegenstelling met andere virussen is het parvo virus erg stabiel in de omgeving en opgewassen tegen warmte, schoonmaakproducten en alcohol. Er zijn nog levende virussen ontdekt in hondenontlasting zelfs na 3 maanden bij kamertemperatuur.

Vanwege zijn stabiliteit wordt het virus gemakkelijk overgebracht via haar of voeten van geïnfecteerde honden, gecontamineerde schoenen, kleding en andere objecten.

Een direct contact tussen honden is dus niet noodzakelijk om het virus te doen verspreiden.

Honden die besmet zijn geraakt met het virus en klinische symptomen laten zien zullen gewoonlijk binnen 7-10 dagen ziek worden.

Symptomen Parvo

De klinische uiting van parvo kan wat variëren, maar uit zich normaal gesproken door erge diarree en braken. De diarree kan met of zonder bloed gepaard gaan.

Bijkomend vertonen de geïnfecteerde honden vaak een gebrek van eetlust, depressie en koorts.

Het is belangrijk om te vermelden dat veel honden niet alle klinische symptomen zullen laten zien, maar braken en diarree zijn de meest voorkomende verschijnselen, gewoonlijk begint de ziekte met braken.

Parvo kan voorkomen bij honden van alle leeftijden maar komt het meest voor bij honden van minder dan een jaar oud.

Jonge puppies van minder dan 5 maanden leeftijd zijn vaak het meest ernstig besmet en het moeilijkst te behandelen.

Diagnose Parvo

De klinische tekenen van parvo is de eerste aanwijzing, maar er zijn meer oorzaken die braken en diarree kunnen veroorzaken.

Een bevestiging van parvo-infectie kan gebeuren door het aantonen van het virus in de ontlasting met behulp van een parvo test-kit of door detectie van antistoffen in het bloed.

Een bijkomende diagnose is vaak een te laag gehalte in witte bloedcellen (leucopenie). De afwezigheid van leucopenie wil niet altijd zeggen dat de hond geen parvo-infectie kan hebben.

Sommige honden die ziek worden, laten niet op ieder moment een leucopenie zien.

Therapie bij Parvo

Er is geen behandeling om het virus te doden wanneer het eenmaal de hond heeft geïnfecteerd. Hoe dan ook, het virus hoeft niet altijd de dood te betekenen.

Het veroorzaakt verlies van darmcellen. Dit resulteert in erge dehydratie, elektrolieten (natrium en kalium) imbalans en infectie van de bloedstroom (septicaemie).

De eerste stap in behandeling bestaat uit het corrigeren van het vochtverlies en electrolieten imbalans. Dit vereist een intra-veneuze toediening.

Antibiotica en ontstekingsremmers worden gegeven om een septicaemie te voorkomen of te controleren. Verder worden er nog medicijnen gegeven die het braken en de diarree, die het probleem verergeren, tegen gaan.

Desalniettemin is de overlevingskans na agressieve behandeling niet hoog.

Door nog niet volledig bekende oorzaken hebben sommige rassen, vooral de Rottweiler en Doberman, een lagere overlevings kans dan andere rassen.

Preventie Parvo

De beste methode om uw hond te beschermen tegen parvo is een juiste vaccinatie. Puppies krijgen hun vaccinatie op 6, 9 en 12 weken leeftijd.

Na de puppy vaccinaties moeten alle honden elk jaar een herhalingsenting krijgen. Honden in situaties waar de blootstelling aan virus hoger is (kennels, honden shows enz.) zouden beter om de 6 maanden worden geënt.

Teven moeten voor een eventuele dekking worden gevaccineerd zodat ze haar antistoffen aan haar puppies kan doorgeven.

Hygiëne

De stabiliteit van het virus in de omgeving maakt het belangrijk om besmette oppervlakten goed te desinfecteren.

Dit kan het best gedaan worden door de voederbak, waterbak en andere gecontamineerde voorwerpen te wassen met een oplossing van 1 kopje chloormiddel in een emmer water.

Het is belangrijk dat met chloormiddel gebruikt, omdat andere “virusdodende” desinfectantia het parvovirus niet zullen doden.

Ongevaarlijk voor mensen

Het is belangrijk om te weten dat er geen bewijzen zijn die zouden indiceren dat het honden parvovirus besmettelijk is voor katten of mensen.


Neem bij (een vermoeden van) medische problemen altijd contact op met de dierenarts.