Voer. Mand. Speeltje. Korting.rondsnuffelen

De beste leeftijd om een pup in huis te nemen

Vroeger was het heel gebruikelijk om een pup op de leeftijd van 12 weken of ouder uit het nest te plaatsen.

Tegenwoordig weten we door uitgebreid onderzoek dat de beste leeftijd om een pup te plaatsen tussen de zevende en achtste week ligt.

Het is niet slechts een kwestie van leeftijdsverschil. Waar het om gaat is dat de nog zeer jonge hond in de juiste fase van zijn leven zit wanneer hij geplaatst wordt.

Het gaat zelfs zo ver dat een verkeerd moment van uitplaatsen zeer nadelige gevolgen kan hebben voor de rest van het leven van de hond. Velen denken nog: ā€œwat maken die paar weken nou uitā€. Heel veel dus, het maakt heel veel uit.

De eerste 8 weken van het leven van de jonge hond wordt de ā€œprimaire socialisatiefaseā€ genoemd. In deze fase ontwikkelt de pup zich razendsnel en moet hij leren dat hij een hond is en wat dat inhoudt.

De aanwezigheid van de moederhond en nestgenoten zijn onmisbaar om hem dat te leren. De basis van zijn sociale gedrag wordt hier gelegd.

Omdat de pup in zijn leven deel gaat uitmaken van de menselijke maatschappij, moet hij ruimschoots kennismaken met mensen.

En dan liefst niet alleen de fokker, maar diverse mannen, vrouwen en kinderen van allerlei leeftijden.

De meeste pups worden later in huis gehouden en die situatie met al zā€™n geluiden en gebeurtenissen moeten hem ook gewoon zijn. Mensen die in en uit lopen, spelende kinderen, slaande deuren, radio of tv geluid, stofzuigers, dit alles moet hij als gewoon leren ervaren.

Een pup die veel van deze ervaringen heeft moeten missen, bijvoorbeeld omdat hij is opgegroeid in een schuur of bij een puppyfabriek van een broodfokker, heeft een achterstand die slechts zeer moeizaam of niet in te halen is.

Dat is ook de reden dat de omstandigheden waarin een pup opgroeit zo belangrijk zijn. Die eerste weken staat de pup zeer open voor al deze ervaringen, maar rond de zevende week neemt die openheid af en begint de pup wat angstiger te worden.

In de natuur zou hij op dat moment klaar zijn om de grote buitenwereld met al zā€™n gevaren tegemoet te treden. Deze meer angstige inslag leidt tot voorzichtigheid en is dus van zeer groot belang om te overleven.

De periode van 8 tot 12 weken wordt wel de ā€œsecundaire socialisatiefaseā€ genoemd. In deze fase maakt de hond kennis met de buitenwereld, de wereld waarin hij gaat leven.

Naast een uitgebreidere kennismaking met mensen en kinderen, moet hij nu ook kennis maken met verkeer, winkelcentra, autorijden, water.

Maar ook met wandelen in de buurt, in het bos of op het strand. Wennen aan een druk schoolplein met kinderen, een markt of evenement, enz.

Kortom, met alles wat hij in zā€™n verdere leven kan tegenkomen.

De pup zal bij u in huis komen en uw leven gaan delen; Ćŗ bent daarom de aangewezen persoon om uw pup te begeleiden tijdens deze periode.

Omdat uw pup in uw omgeving en met uw gewoontes gaat leven is het van groot belang dat de pup zijn tweede socialisatiefase ook in Ćŗw omgeving doormaakt en niet bij de fokker.

Helaas wordt er door minder goede fokkers nog wel eens bagatelliserend gedaan over deze levensfase en het belang van de juiste leeftijd van uitplaatsen. Echter, het op een later moment ā€œinhalenā€ van deze twee socialisatiefasen is heel moeilijk en in veel gevallen zelfs onmogelijk.

Honden die onvoldoende gesocialiseerd zijn hebben een sterk vergroot risico op angst- en agressieproblemen en kunnen niet of slecht sociaalvaardig blijken.

Probleemgedrag dat voortkomt uit een slechte of onvoldoende socialisatie komt veelal na een aantal maanden pas naar voren. Op deze leeftijd bent u inmiddels al aan uw hond gehecht.

Het is dus in uw belang uw hond op de juiste leeftijd in huis te halen en veel tijd te besteden aan de socialisatie.