Voer. Mand. Speeltje. Korting.rondsnuffelen

Van pup tot puber

Laat NOOIT de hond met een volle maag stoeien, hierdoor kan een maagtorsie ontstaan (draaiing van de maag die fataal kan zijn). Laat de hond na het eten zeker een uur rusten.

Vooral voor een jonge hond is het erg slecht veel op een gladde ondergrond te lopen/rennen/spelen (parket/zeil/plavuizen/bevroren weggedeeltes). Door het uitglijden kan de hond lelijke blessures oplopen.

Een pup heeft veel slaap nodig, zeker 80% van de puppytijd wordt slapend doorgebracht en dit is nodig voor de groei. Zorg dat de pup die rust kan nemen en laat hem als hij wakker is veel ravotten tot hij zelf moe wordt (gebruik deze tijd tevens om 5 minuten te trainen).

Spelen met andere honden is goed voor de socialisering van een pup. Het is echter niet aan te bevelen de pup te laten spelen met zich wild gedragende honden, aangezien deze de pup kunnen blesseren en hem een negatief beeld kunnen geven van andere honden.

Wen een pup vanaf het begin aan autorijden. Eerst rustig plaats laten nemen achter in de auto en daarna stapsgewijs een eindje rijden, zodat de hond langzaam kan wennen aan “normale” autoritten.

Voordat de hond 1 jaar oud is kan deze beter niet te veel traplopen en te lang naast de fiets meegaan. De gewrichten zijn hier niet op berekend.

Traplopen mag, mits onder toezicht, op een zeer rustige wijze, stap voor stap worden aangeleerd, evenals naast de fiets meelopen.

Wandel de eerste maanden niet te lang met een pup. Tel vanaf de pup 8 weken en start met 5 minuten wandelen er iedere maand 5 minuten bij. Tot de pup 5 maanden is. Maar ook daarna maat houden.

In de eerste 3 levensmaanden is de pup nog vatbaar voor allerlei infecties, waarom het uitlaten op terrein waar veel andere honden zijn niet aan te raden is. De ontlasting van andere honden is een grote besmettingsbron voor een jonge pup.

Tussen de 5 en 7 maanden gaat de hond tanden wisselen, waardoor een kauwbehoefte ontstaat. Geef de hond daarom iets om op te kauwen, bijvoorbeeld een flos (let op de losse draadjes, meteen weghalen), ook om te voorkomen dat uw meubels het slachtoffer worden.

Kleine pupjes worden groot en niet alleen de grootte van de hond verandert, maar ook het gedrag ondergaat een verandering onder invloed van hormonen.

De “pubertijd” begint, afhankelijk van het ras, zo rond de 7 maanden. De hond gaat letterlijk grenzen verkennen, ook t.o.v. de baas!

Wees hierop voorbereid en schakel bij de minste twijfel over opvoeden uw trainer in. Deze kan u hierin adviseren en zonodig begeleiden.

Wanneer het tijd is om over te schakelen op ander voer, doe dit dan zo langzaam mogelijk door steeds een beetje meer van het nieuwe voer te mengen met het oude totdat het oude voer volledig is vervangen.

Heeft u vragen over de opvoeding van uw hond, stel ze gerust aan de trainer! Ook als in uw ogen een vraag vreemd lijkt, kan deze toch essentieel zijn en problemen helpen voorkomen.

Voor vragen op medisch gebied is het verstandig eerst uw dierenarts te raadplegen.

Zorg voor veilig speelgoed en wissel dit steeds af om het spannend te houden. Laat speelgoed niet door het hele huis slingeren, de hond raakt hierdoor verveeld.

Beter is een mand met speelgoed op te bergen en de hond elke dag een ander speeltje te geven als beloning.

Straf de hond niet voor gedrag dat in uw ogen niet toelaatbaar is. Hij weet niet wat hij fout doet en zal niet begrijpen wat u bedoelt.

Beter is negatief gedrag te negeren (mits dit niet zelfbelonend gedrag betreft) en hem alternatief gedrag aan te leren waarvoor u hem uitbundig beloont, zodat de hond het gedrag dat hem aandacht oplevert, gaat verkiezen boven het andere.

Ook zindelijk zijn zal de hond van u moeten leren en straffen voor ongelukjes heeft geen enkele zin.

Bij het zindelijk maken is een kamerkennel een ideaal hulpmiddel en heeft nog meer voordelen op langere termijn.