Voer. Mand. Speeltje. Korting.rondsnuffelen

Hoe corrigeer ik mijn hond

Belonen van gewenst gedrag is de basis van de opvoeding, maar dat neemt niet weg dat je ongewenst gedrag soms zult moeten aangeven. Alleen zo kan je het gedrag van de hond goed sturen.

Je stelt duidelijke grenzen; voor de hond betekent dit dat je een echte baas bent in de zin van leider.

Vanuit zijn natuur kent de hond geen democratie; in de ogen van de hond moet iedere groep een leider hebben.

Er is dus niets zieligs aan om “de baas te spelen” over de hond.

Integendeel; een hond is er gelukkig mee wanneer hij duidelijke leiding krijgt.

Om de hond het vertrouwen te geven dat je hem wel zult leiden zul je dus niet alleen moeten aangeven wat goed is (enthousiast belonen), maar ook wat niet goed is.

Baas-gekoppelde correcties

Er zijn twee manieren om een hond gedrag af te leren door middel van corrigeren. Eén van de methodes is een zogenaamde baas-gekoppelde correctie.

Dit betekent dat u de hond laat weten dat u bepaald gedrag van hem niet accepteert. De meest gebruikte baas-gekoppelde correctie is het gebruik van de stem (FOEI!).

Maar ook schrik veroorzaakt door de baas kan soms effectief zijn (hard in de handen klappen ed).

Baas-gekoppelde correcties kunnen alleen effectief zijn wanneer het voor de hond heel duidelijk is dat de baas ranghoger is dan de hond.

Wanneer deze rangorde-verhouding niet goed is, bestaat de kans dat de hond de baas-gekoppelde correctie niet zal accepteren.

Aan de andere kant, wanneer de hond duidelijk respect heeft voor zijn ranghogere baas, zal in veel gevallen een kort FOEI voor de hond al voldoende zijn om zijn ongewenst gedrag te stoppen.

Wanneer baas-gekoppelde correcties effectief zijn, leert de hond echter alleen dat hij het ongewenst gedrag niet mag vertonen wanneer de baas in de buurt is.

Wanneer de baas er niet is, is er (begrijpelijk) voor de hond ook geen reden om het ongewenste gedrag niet te vertonen. Immers, hij heeft geleerd dat het gedrag ongewenst is in de nabijheid van de baas.

Gedrag-gekoppelde correcties

Gedrag-gekoppelde correcties staan voor de hond niet in verband met de aanwezigheid van de baas.

Een vaak effectieve methode is om de hond te laten schrikken op het moment dat hij het ongewenst gedrag vertoont, echter zonder dat de hond in de gaten heeft dat de baas de schrik veroorzaakt.

Wanneer u bijvoorbeeld iets rammelends naast de hond gooit maar daarbij zelf direct omdraait, zal de hond denken dat het vervelende rammelende ding zomaar uit de lucht komt vallen op het moment dat hij het ongewenste gedrag vertoont.

Een andere vaak effectieve methode is de hond laten schrikken met behulp van een plantenspuit (waar een dun straaltje uitkomt).

Als de schrik voor de hond vervelend is en hij ervaart dat hij deze schrik iedere keer krijgt wanneer hij hetzelfde ongewenste gedrag vertoont, zal de hond gaan proberen om deze schrik te voorkomen en dus stoppen met het ongewenste gedrag.

Wanneer hij hierdoor het gedrag afleert, zal hij het gedrag ook niet meer vertonen wanneer u niet bij de hond bent. Uw aanwezigheid had voor de hond immers niets te maken met de schrik tengevolge van zijn ongewenste gedrag.

Let bij het corrigeren op basis van schrik wel op dat de hond de schrik niet aan iets anders kan koppelen.

Laat u een hond bijvoorbeeld schrikken om hem het krabben aan de bank af te leren, maar terwijl hij schrikt loopt net uw kat langs de hond, dan bestaat de kans dat de hond de schrik koppelt aan uw kat en dus bang wordt voor de kat.

Corrigeren en alternatief gedrag aanleren

Het proces van afleren van ongewenst gedrag verloopt altijd aanmerkelijk sneller wanneer u gelijktijdig de hond ander gedrag aanleert, dat voor de hond belonend is en voor u wél gewenst.

Wilt u uw hond het opspringen af leren, dan wordt aan de hond niet alleen geleerd dat opspringen bij begroeting niet langer belonend is, maar gelijktijdig wordt hem geleerd dat zitten bij begroeting wél belonend is.

Dit gelijktijdig aanleren van succesvol alternatief gedrag werkt bijvoorbeeld ook wanneer u uw hond wilt leren dat hij niet uw schoenen in zijn bek mag nemen.

Zeg “nee” tegen de hond zodra hij iets dergelijks in zijn bek pakt, neem hem rustig het voorwerp af en geef hem direct daarna één van zijn eigen speeltjes.

Beloon de hond voor het in de bek nemen van zijn eigen speeltje, ook wanneer hij dat op een ander moment op eigen initiatief doet.