Voer. Mand. Speeltje. Korting.rondsnuffelen

Dashond standaard langhaar

Alias Teckel Standaard langhaar

Herkomst /geschiedenis
De Dashond of Teckel is een uit Duitsland afkomstige lage, kortbenige jachthond. Hij is zeer gespierd en krachtig gebouwd met een fiere hoofdhouding en een alerte uitdrukking. Daarbij is hij een vrolijke en schrandere gezelschapshond. De Dashond wordt in de kynologie ook wel Teckel genoemd. De FCI heeft een hele groep (groep 4) gewijd aan deze jachthond. Er zijn drie variƫteiten dashonden: Standaard Dashond, Dwerg Dashond en Kaninchen Dashond. Elke variƫteit is in drie typen verdeeld: kortharig (Kurzhaar), langharig (Langhaar) en ruwharig (Rauhhaar).De oorsprong van de Dashond is door de ouderdom van het ras onduidelijk. De kortharige variƫteit is de oudste en is waarschijnlijk ontstaan door de kruising van een Bruno de Jura met een Pinscher. Uit de kortharige Dashond zijn de twee andere variƫteiten ontstaan. Het type voor de langharige variƫteit werd in de zeventiende eeuw vastgelegd. De ruwharige variƫteit werd aan het eind van de negentiende eeuw gecreƫerd door kruisen van de kortharige Dashond, de Schnauzer, de Dandie Dinmont Terriƫr en wellicht de Schotse Terriƫr. De eerste fokstandaard werd in 1879 geschreven. De Deutscher Teckelklub werd in 1879 opgericht.

Algemeen voorkomen
Een lage en langgerekte, doch compacte, verschijning met korte, rechte voorbenen en sterk van bot; de borstkas is ruim en diep en opvallend is het sterk vooruitspringende borstbeen. Het hoofd is langgestrekt, scherp en droog besneden met een attente uitdrukking.

Schofthoogte
De Langharige Teckel komt in drie groottes voor en bepalend hiervoor is de maat van de borstomvang, gemeten op de leeftijd van tenminste 15 maanden. Borstomvang van de Standaard: boven de 35 cm

Gewicht
Dashond, standaard 9-10 kg.

tekkelVacht
Lang, sluik en glanzend haar, voorzien van onderwol, dat langer is onder de hals en aan de onderzijde van het lichaam, op de oren en aan de achterzijde van de benen. Aan de onderzijde van de staart is de haarlengte het langst en hangt het af als een vlag. Eenkleurig: rood, roodgeel, geel met of zonder zwarte haartjes (gesticheld); tweekleurig: diepzwart of bruin met roestbruine of gele aftekening; wildzwijnkleurig: black and tan patroon waarbij in het zwart witte haarpunten voorkomen; gevlekt/gestroomd: zwart, rood of grijs met onregelmatige witte vlekken, waarbij noch de donkere, noch de lichtere kleur mag overheersen.

Gebruik
De Langhaar Teckel werd van oorsprong gebruikt voor de jacht onder de grond op dassen en vossen. Later werd hij meer een allround jachthond. De Langhaar heeft met name aanleg voor het opsporen van aangeschoten wild; is tegenwoordig een prima huishond die zeer op het gezin gesteld is.

Gezondheid
Zie de WKHS gezondheidsinventarisatie. Teckels kunnen gevoelig zijn voor problemen met de tussenwervelschijven (hernia). Incidenteel komen erfelijk bepaalde oogafwijkingen voor. Fokdieren worden hierop onderzocht.

Aard
Een schrandere en moedige jachthond die jaagt met veel passie en grote volharding; als huishond vallen zijn vrolijkheid en waaksheid op; is daarbij moedig, trouw en aanhankelijk maar ook slim en eigenzinnig.

Bijzonderheden
De vacht vereist naast regelmatig kammen geen specifieke verzorging.

Overige Dashonden
We kennen binnen de dashonden negen variƫteiten. Er zijn drie haarvariƫteiten (kort-, lang- en ruwhaar) en drie groottes die bepaald worden naar de borstomvang (standaard, dwerg en kaninchen).
De kortharige Dashond is de meest originele, de andere variƫteiten zijn ontstaan door inkruisingen van andere rassen.

Dashonden of teckels zijn veelzijdige jachthonden. Ze jagen boven en onder de grond en voor- en na het schot. Men zegt vaak dat een teckel eigenwijs is, maar dat is niet helemaal waar. Door hun jachtpassie/werkeigenschappen zijn ze zeer zelfstandig en dat wordt vaak verward met eigenwijsheid.

Teckels kunnen zeer energiek zijn en erg volhardend. Verder kunnen ze de komiek uithangen als ze hun zin willen doordrijven, waardoor ze heel vaak de lachers op hun hand hebben. Aan de baas zijn ze trouw en aanhankelijk, de ruwharen kunnen wat meer gereserveerd zijn naar vreemden, de langharen zijn het meest zachtaardig. Men ziet duidelijk karakterverschillen tussen de diverse variĆ«teiten, maar ze zijn bijna allemaal waaks, nieuwsgierig en moedig. De kleinere variĆ«teiten zijn vaak wat pittiger van aard dan de standaard. Het is van groot belang dat de teckel goed wordt opgevoed, want het is een grote hond in zakformaat en geeft men hem een vinger, dan neemt hij de hele hand. Ongeacht wat men ook zegt; ook een teckel is onder appĆØl te krijgen. Teckels kunnen goed overweg met hun soortgenoten. Vogels en knaagdieren kunnen soms op het jachtinstinct van de hond werken, dus hier is voorzichtigheid geboden. Ze kunnen ook met kinderen in huis leven, mits de kinderen de teckel als hond behandelen en niet als speelgoed.