Voer. Mand. Speeltje. Korting.rondsnuffelen

Berghond van de Maremmen

Herkomst

De Berghond van de Maremmen komt, zoals al in zijn naam staat aangegeven uit de streken Maremma en Abruzzen in Italië. De Maremma is een streek aan de kust gelegen ten noorden van Rome; de Abruzzen is een gebergte ten oosten van Rome. Het ras is reeds 2000 jaar oud en komt van oorsprong uit Azië. Er zijn verschillende meningen over hoe de hond van Azië naar Europa is gekomen. Waarschijnlijk is het ras meegekomen met herders, toen die vanuit het oosten naar het westen trokken. Vast staat wel, dat alle witte herdershonden (Tatra, Kuvasz, Pyrenese Berghond enz.) tot dezelfde soort, nl. de berghonden behoren.

Ze werden gefokt en gebruikt om de kudde schapen te beschermen en te verdedigen tegen aanvallen van wolven, beren en andere rovers.
Uiterlijk
Reu: schofthoogte 65-72 cm, gewicht 35-45 kg.
Teef: schofthoogte 60-68 cm, gewicht 30-40 kg.

Majestueus en gedistingeerd uiterlijk; groot hoofd, dat iets weg moet hebben van een berenkop; stevige kaken met een scharend gebit; kleine, amandelvormige ogen; rechte, zwarte neus; driehoekige, hangende oren; witte vacht, die ruw en dicht tegen het lijf aan ligt. De Maremma is een sterke, gespierde hond die niet grof of zwaar mag zijn. Behendigheid is een typisch kenmerk van het ras. Dankzij zijn vacht is de hond goed tegen kou bestand. De hond kan minder goed tegen de warmte. In de zomer dient de hond derhalve over een schaduwrijke plek en altijd over voldoende water te beschikken. De vacht mag niet getrimd worden. Van oudsher is het ras gewend aan ruimte en aan het slapen in de openlucht, ook ’s winters. De hond dient dan ook minstens een behoorlijke tuin ter beschikking te hebben.
Karakter
De aard van de Maremma is kalm, goedmoedig, bedachtzaam, maar fel tegen vijanden van zijn kudde. Hij is een goede waker over huis en bewoners, aanhankelijk voor de baas, maar altijd wantrouwend ten opzichte van vreemden. Een Maremma is ook zelfbewust en eigenwijs en hij heeft derhalve een consequente, maar niet een harde opvoeding nodig, wilt u tenminste geen problemen binnen uw ‘roedel’ verwachten. Het ras is van nature gefokt en gebruikt als bewakings- en verdedigingshond van schaapskuddes. Ook nu nog wordt het ras in Italië hiervoor gebruikt. In Amerika en Australië is het ras in de 80-jaren met succes geïntroduceerd om schaapskuddes tegen coyotes en andere rovers te beschermen. In vergelijking met andere ‘echte’ herdershonden is een Maremma rustiger, goed bestand tegen slechte weersomstandigheden, afstandelijk, onafhankelijk, waardoor hij zijn werk zonder mensen beter kan uitvoeren. Hij heeft een relatief slecht ontwikkeld jachtinstinct, zodat hij niet achter de dieren zal jagen die hij moet beschermen.

Een werkende Maremma leeft tussen de schapen en beschouwt de schapen, of iedere andere diersoort die hij moet beschermen, als zijn roedelgenoten. In Nederland zult u geen of weinig werkende Maremma tegenkomen. Hoewel de Maremma als gezelschaps- en familie hond gezeglijker is dan zijn werkende soortgenoot, neemt dat niet weg dat in het algemeen de Maremma omschreven kan worden als rustig, afstandelijk en argwanend ten opzicht van vreemden, aanhankelijk voor zijn baas, eigenwijs en zelfstandig. Wat de hond beschouwt als behorende tot zijn roedel zal hij beschermen. Een Maremma is dus niet gehoorzaam in de gebruikelijk zin van het woord.

De hond moet immers bij de schapen blijven en niet bijvoorbeeld zijn baas achterna lopen. Een Maremma patrouilleert langs en door zijn kudde en onderneemt actie als hij denkt dat dat nodig is. Voor het bewaken hoeft een Maremma dus nauwelijks afgericht te worden; hij weet het zelf immers beter dan wie ook. Het betekent niet dat een Maremma niet kan leren gehoorzamen. Hij zal snel leren om te zitten en te liggen op commando, maar hij zal nooit de slaafse gehoorzaamheid tonen zoals bij andere rassen wel gezien wordt. Een Maremma is niet onderworpen en afhankelijk, en hij zal altijd bedeesd en afwachtend zijn ten opzichte van vreemdelingen. Het betekent ook niet dat een Maremma geen leiding nodig heeft. U kunt uw leidersrol echter niet te allen tijde afdwingen, maar een goede relatie ontstaat eerder op basis van wederzijdse vriendschap en veel geduld. Wanneer u dus een gezeglijke en onderdanige hond zoekt, die meteen uw commando’s en bevelen opvolgt, is deze hond niets voor u.
Verzorging
Een Maremma heeft gelet op zijn witte, halflange vacht relatief weinig verzorging nodig. Natuurlijk mag u zijn vacht af en toe borstelen om losse en dode haren eruit te halen, maar de vacht klit niet of nauwelijks. Wassen is eigenlijk uit den boze en dient tot een minimum beperkt te worden. De huid/vacht bevat namelijk een vettig laagje, waardoor vuil en zand er vanzelf weer uitvallen. Bij vaak wassen wordt dit laagje eraf gewassen en zal de hond dus eerder weer vies worden. Zeker als de hond veel buiten is, zal hij in de winter een dikke ondervacht krijgen, die in het voorjaar verhaart. Ook in het najaar zal de hond nog een keer verharen, maar minder dan in het voorjaar. Qua voeding is de hond voor zijn grootte een sobere eter. Ze zijn meestal niet veeleisend en eten niet gulzig.

FCI standaard nr. 201
Land van herkomst: Italië
Publicatiedatum van de geldige originele standaard: 27 november 1989
Gebruik: herdershond, die voornamelijk wordt gebruikt ter bewaking van kuddes en van eigendommen.
FCI classificatie: groep 1 (herdershonden en veehonden, behalve Zwitserse veedrijvershond) sectie 1 (herdershonden), zonder werkproeven